20 juli: Spectaculaire jeeptocht


Wauwie! We rijden in jeeps een fantastische rit naar Askole - het begin van de trek. Het terrein is lekker ruw en we moeten over slechte wegen en door rivierbeddingen waar het water lekker onder de jeeps doorstroomt. Het weer is spookachtig met laaghangende bewolking. Maar wel errug fotogeniek! Er zijn een aantal landslides en eentje is zo groot dat we uit de jeep moeten en moeten lopen. Het regent behoorlijk en we moeten bovenlangs de bergwand op om zo over de landslide heen te gaan. Aan de andere kant van de landslide wachten andere jeeps ons weer op. In Askole staan de dragers klaar en ontdek ik nog 3 andere trekkers. Mijn gezondheid wordt wat beter. de vochtige lucht doet ook zijn werk denk ik. Als het morgen maar beter weer is want ik word nou al chagrijning van dit weer.

21 juli: Dixies

We worden om 5.40 gewekt en beginnen aan de trekking. Het weer is prima, ongeveer 20 graden. Af en toe valt er een spat regen, maar niet noemenswaardig. Het is een prachtige loopdag langs de kolkende rivier. Je hoort onder het water de rotsblokken verschuiven door de krachtige stroom. We zien prachtige wolkenluchten en Zanskar achtige landschappen. Dit smaakt naar meer! Na een uur of 8 lopen zien we aan de overkant van de rivier de kampplek liggen. Helaas is het een uur lopen, omdat de brug een stuk verderop is. En oversteken moet je maar niet doen met deze rivier. Reisgenoot Carla glijdt op het pad uit en verstuikt haar enkel. Het is de vraag of zij verder kan, omdat het terrein niet echt enkel-vriendelijk is en de pas natuurlijk ook nog op het menu staat. We koelen haar enkel en tapen hem, zodat er wat steun ontstaat. Het kamp is bizar. Er staan tientallen plastic dixies, of eco-toiletten. Deels voor de dragers, deels voor de trekkers. Sommige zijn gewoon cabines, waarin je met een emmer je even kunt wassen zonder voor iedereen te kijk te staan. Zo houden ze het afval op 1 plek. Ziet er niet uit, maar is wel een goed idee. Dubbelklik op de foto dan kun je het goed zien. Hemelsbreed hebben we vandaag 14 km gelopen, aldus de GSM van Rick. Mijn hoesten is wat minder maar snot heb ik nog steeds.

22 juli: Zonnesteek

Vandaag zal het een lange dag worden van een uur of 9. We volgen de Biaho rivier over rotsachtige en zanderige paden. Nou ja paden...We genieten van prachtige vergezchten die erg op Zanskar (Ladakh) lijken. We zienb in de verte ook al pieken a la Trango Towers. Super. Bij aankomst hebben we wel moeie voetjes. Na aankomst krijgt Rick hoofdpijn en ligt voor lijk in zijn bed. Het is te laag voor hoogeziekte (3450m) en ik denk dat hij een zonnesteek heeft. Hij heeft wel eens eerder dit aan de hand gehad en dan is het recept: laten liggen, geen eten geven, laten slapen en morgen gezond weer op. Ik ga tussentijds wel even bij hem kijken. Hij ligt dan zo eng knock out, dat ik hem wel even wakker por om te kijken of hij er nog wel bij is.

23 juli: Rustdag

Rick is weer bij de levenden. Nixen en wasjes doen.

24 juli: Puinbak

Lekker geslapen! Het weer ziet er goed uit en om 7.15 uur stappen we. Het pad loopt al snel richting gletsjer. We hebben nog nooit zo'n puinbak gezien. Echt niet normaal. Wat een rotsformaties! Zandduinen, ijs, puin, rotsen...hoe verzin je het. Het pad is niet moeilijk en stijgt geleidelijk. Wel is het snoeiheet, zo'n 22-25 graden. Wat een bizar landschap. We lopen in verwondering rond. De kampplek is stoer. Fabtastisch tussen al het puin gelegen. Ik kan wel om mij heen blijven kijken. De bergen met puntjes zien eruit als taarten met toefjes. Het is niet te beschrijven. Ik heb een hoofdpijntje. We zijn toch wat hoger (3800m) en het felle licht gedurende de hele dag hakt er toch in. Mijn snot en vreselijke gehoest zijn nog steeds niet over en ik denk dat dat ook niet meer zal gebeuren vanwege de hoogte. Kijken wat er gebeurt als we nog hoger komen - dan stop ik er een 2de antibiotica kuur in. Zus Mirjam is jarig hoera hoera. SMS sturen zit er echter niet in!

25 juli: Over militairen en glasbakken

Vandaag hoeven we maar een paar uurtjes te lopen. Over de gletsjer lopen we in ca. 3,5 uur naar Urdokas. Opvallend zijn de vele zijgletsjers die op de Baltoro gletsjer uitkomen. Links en rechts komen er meerdere omlaag. Ongelooflijk wat een landschap. Het goede weer maakt blij en we kunnen in t-shirt lopen. In de verte kunnen we het kamp goed zien. Het ligt tegen de bergwand geplakt. Het venijn zit in de staart: op het allerlaatste moment moeten we steil omhoog klimmen naar onze 'terrascamping'. Zo ziet het er ook echt uit: er zijn verschillende plateaus gecreeerd tegen de bergwand. Onderaan de bergwand zit een soort mini-militaire basis. Ik denk dat je echt iets heel fouts moet hebben gedaan als je hier gelegerd bent. Er staan 2 witte kunststof 'bollen' die het meeste weghebben van die bolvormige glasbakken die je vroeger had. Daar huizen dus militairen in. Nou zien die er allerminst uit als militairen. Ze zitten in een soort verfrommelde groene trainingspakken te niksen. Er loopt notabene nog een telefoonkabel naar ze toe, dus kennelijk kunnen ze contact leggen met de buitenwereld. De bevoorrading zal per helicopter gebeuren. Om de 'glasbakken' ligt een enorme hoop met lege jerrycans. Ongetwijfeld ooit gevuld met kerosine. Poor things. Er zijn geen andere groepen. Cool idee dat alle expedities die verderop gaan klimmen hier dus ook kamperen. Ben benieuwd of de NL expeditie ook goed weer heeft en al aan een toppoging is begonnen. Als we aankomen besluiten we een paar dingetjes uit te wassen, maar dat levert weinig op. Het begint hartstikke te waaien en er ontstaan dan een soort zandstormpjes die lekker al je was verpesten. Nou ja, het gaat om het idee. We zitten op ca 4050m en ik heb last van hoofdpijn. Moet meer drinken. En na 2 paracetamollen gaat het beter. Vanavond gaan we oefenen met prusikknoop (gaap). Maar ja, sommigen hebben nog geen idee. Ik ben benieuwd naar de witte wereld. Maar de bruine is hier wel de mooiste op aarde. Het landschap leeft letterlijk. Je hoort constant stenen schuiven, grond kraken, lawines vallen en steenslag.

26 juli: Naar Goro II

Vandaag lopen we kilometers over de gletjser. Natuurlijk over stenen, stenen en nog eens stenen. Niet geschikt voor zwakke enkeltjes. Goed besluit van Carla om te stoppen denk ik. Het pad is nauwelijks zichtbaar: je moet goed op de steenmannetjes letten. Helaas is het weer niet super. Niet al te koud, maar bewolkt. Metershoge ijstorens rijzen naast ons op. Het is een surrealistisch landschap. Bij aankomst op de kampplek (het is dat ze er stoppen, want van een markering is echt geen sprake) heb ik een hoofdpijntje. Paracetamol erin. Dat hielp gisteren ook. De kampplek ligt dus midden op de gletjser. We liggen redelijk vlak op onze slaapmatten, maar de voortent paste niet meer op dat vlakke stukje. Daar loopt het dus direct af naar beneden. Na ja. Als we maar lekker slapen! Maar dat doen we wel. Net als plassen. Om de 15 minuten moet ik. Dat is altijd zo: als we de 4000 m grens passeren, pis ik me een ongeluk. We beginnen met Diamox en die doet er nog een schepje bovenop. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest met mijn plasfles ('uribag'). Nooit meer in de voortent moeten kruipen met condens dat van het tentdoek zo vanaf je rug tussen je billetjes sijpelt. Nooit meer buiten rillen van de kou met je billetjes in de sneeuw. Al mis je zo wel de meest prachtige sterrenhemels....

27 juli: Op naar Concordia

Vandaag is het zover: we zullen Concordia voor het eerst zien. Ik blijf het een stomme naam vinden. Het schijnt dat een ontdekkingsreiziger deze plaats heeft vernoemd naar het Place de la Concorde in Parijs, omdat hier op deze vlakte allerlei gletsjers uitkomen. We gaan weer over stenen, stenen en nog eens stenen. Het is een ijzingwekkend mooi landschap met puntige bergen en boven ons uittorende ijsbergen. Door de kracht van het ijs (want dat ligt stiekem nog steeds onder die laag puin) worden deze omhoog gedrukt. Stilletjes hoop ik dat we ook nog eens in een witte wereld zullen lopen, maar dat gaat niet gebeuren. Het weer is ietsje beter dan gisteren. Rick is in de ban van zijn schoenen. Die k###$$***t La Sportiva's laten helemaal los aan de neus. Hij heeft er een flink gat in zitten en baalt echt als een stekker omdat we het zwaarste traject nog moeten krijgen. Dit kan echt niet bij schoenen van €300 waarop je pas 5 weken hebt gelopen. De stemming wordt er niet beter op. Met tape houdt hij de boel bij elkaar. Helaas hebben degenen met twee paar schoenen kleinere voeten, zodat hij deze niet kan lenen. Grmbl. Als we aankomen op Concordia is het niet cool. Er is geen blauwe hemel. Hopelijk gaan we die nog zien. Van K2 hebben we wel het topje gezien. In de middag gaan we op een ijshelling oefenen met de stijgijzers. Altijd leuk. Ik hou er wel een hoofdpijntje aan over - het waait er best wel en het is een beetje waterkoud.

28 juli: Broad Peak BC

Het is stralend weer als we opstaan. Prachtig uitzicht op alle bergen. Vandaag naar Broad Peak basecamp. Die bolle berg op de foto spreekt voor zich. Het is heet: 20 graden. Eerst moeten we een bizar landschap door met waanzinnige gletsjerspleten. Op de foto zie je hoe maf dat eruit ziet. Kijken waar je loopt en niet uitglijden. Mooie tocht, maar...die ondergrond! Die is echt verschrikkelijk. Het zijn alleen maar rotsblokken en puin en we hebben geen enkels meer over. Tot onze verrassing zijn we er na een paar uur lopen en dat vinden we niet zo erg. Het is een mooie plek op een grote heuvel met...puin. Er moet wel even gevlakt worden want dit is iets te bizar. De dragers hebben zelfs een schep mee waarmee we wat stenen weg kunnen scheppen. In de middag is het heerlijk relaxen. Vanuit onze tent kijken we pal op K2. Echt een onwerkelijk uitzicht. Het duurt tot een uur of 5 eer de zon achter de bergen verdwijnt. En dan is het ook direct koud. Morgen naar de NL jongens bij K2. Ben benieuwd of we ze treffen want ze zitten waarschijnlijk allemaal op de berg vanwege het mooie weer.

29 juli: Afzien met een grote A

Als we opstaan voel ik me niet superlekker. Ik heb bijna geen trek, krijg er met moeite een broodje in en mijn darmen rommelen wat. Ik besteed er geen aandacht aan, want vandaag gaan we doen waar ik al heel lang naar heb uitgekeken. We gaan op visite bij de Nederlanders in het K2 basecamp. De Norit K2 expeditie huist daar al een maand of twee o.l.v. Wilco van Rooijen. In Karimabad heeft Derk contact gehad met ze en gevraagd of ze iets nodig hebben. Wij zouden tenslotte in de buurt zijn. Vanwege het slechte weer hebben ze tot nu toe geen succes geboekt en de verveling is toegeslagen. De vraag was dan ook: graag lekkere dingen meenemen en leesvoer. Dus vertrekken we vanaf Broad Peak base camp naar K2 basecamp om vervolgens weer terug te keren naar Concordia, met een berg chocola en afgestane boeken. Twee medereizigers voelen zich in de morgen al niet goed en besluiten niet mee te gaan en direct terug te keren naar Concordia. Ik besteed er geen aandacht aan en ga gewoon van start met de rest. Al lopend zit de vaart er niet echt in bij mij. Rick zegt dat ik zwalk en ik struikel steeds over de rotsen. Ik moet zelfs mijn rugzak aan Rick geven en mensen die mij kennen weten dat ik dat niet zo gemakkelijk doe. Ik voel mij echt een watje. Maar ik blijk echt vet last van mijn darmen te hebben en ik laat dus behoorlijk wat sporen achter op weg naar de Nederlandse klimmers. Na 3 uur lopen, aangekomen aan de voet van K2, zien we meerdere expedities staan. Koreanen, Italianen, Iraniers en natuurlijk de Hollanders. Aangezien het heel mooi weer is, is het maar de vraag of we een klimmer aantreffen in het basiskamp. De kans is heel groot dat ze allang op de berg zitten. Inderdaad is er geen klimmer te bekennen. De kok zegt dat er een klimmer is, maar dat hij even buiten het kamp een klimmetje doet en straks terug zal komen. Niet veel later ontmoeten we Roeland die opeens oog in oog staat met een pluk Nederlanders. Deze afwisseling vindt hij wel lollig en hij kan de meegebrachte cadeaus zeer waarderen. Het is leuk om eens in zo'n basiskamp te kijken. We komen tot de conclusie dat ze er niet veel luxer bijzitten dan wij. Het eten is iets Nederlandser, maar ik kan me dat heel goed voorstellen als je er zo lang zit. Ook hebben ze een prachtige waterzuiveringsinstallatie van Norit staan. De tent hangt vol met foto's van de te klimmen route en Roeland geeft hier tekst en uitleg bij. (Ook over de bottleneck die - zo blijkt later - zijn naam eer aan doet). De thee wordt gezet en de soep wordt gekookt. Ik begin me steeds beroerder te voelen en val zowat in slaap. Bij de gedachte aan de terugtocht word ik nog beroerder. Wanneer we weer om een uur of half 1 vertrekken, ben ik misselijk. Een slokje water met Tang is dan teveel en ik moet direct overgeven. AAARCH! En we moeten nog wel een stukkie. Ook Derk begint te spoken en staat op een gegeven moment ook te kotsen. Gezellig! Het lijkt erop dat er toch iets geks in het eten heeft gezeten. Het is het begin van een helletocht die op nr. 2 in mijn "afzie top 5" komt. (Nummer 1 staat nog steeds het afzien tijdens de Zanskar reis, zie het reisverslag op een andere blog). Stukje lopen - uithijgen - stukje lopen - kotsen -stukje lopen - slokje drinken - wat een hel. Er lijkt geen einde te komen aan de puinhoop die Austin Godwin gletsjer heet. Maar ja je hebt geen keus en je moet door, al wil je het liefst gaan zitten en niet meer opstaan. Dus: doorlopen! Eindelijk na 6 uur lopen op 'zero calories' komen we weer aan op Concordia. En het maffe is: ik heb enorme dorst en heb onwijs veel trek in cola. De duurste ooit: Rick tikt 8 euro af. Maar hij heeft dan ook een lange reis gemaakt. De cola blijft erin, ik voel me al wat beter en ik stort me in mijn slaapzak. ZZZZZZ.

30 juli: Nixen

Het is rustdag. Wat we dan doen? Nix natuurlijk. In je lange onderbroek rondrennen, boekje erbij, verbranden op je schenen (ik heb nu nog de afscheiding op mijn benen staan) en bergbeklimmers volgen met de verrekijker. En voor de rest: om je heen kijken en het landschap absorberen, dat gedomineerd wordt door K2. Dit is het echte leven. Je moet er wat voor over hebben, maar dan heb je ook wat. Alle ellende van gisteren is totaal vergeten.

31 juli: IJzig

Het is weer prachtig weer. De zonsopkomst is geweldig. Nog even Baltoro Kangri op de foto zetten. Derk heeft het snode plan opgevat om die eens te gaan beklimmen. Dat lijkt ons wel wat en de plannenmakerij is al begonnen....Na een paar dagen Concordia gaan we nu weer verder. Concordia verveelt nooit, maar we zijn wel nieuwsgierig naar wat er aan de andere kant van de bergen te zien is. Na de oversteek van een sneeuwbrig (niet naar beneden kijken en niet vallen want dan lig je in de rivier) lopen we gestaag de gletsjer op richting Munhir Camp. Ashan wil verder lopen dan het geijkte kamp, want dat betekent dat we morgen niet nog in het donker een heel stuk over stenen hoeven te lopen. Eindelijk lopen we een stuk over ijs in plaats van rotsen. We zien al 2 weken niets anders dan rotsen en het is ook wel eens prettig om 'normaal' te kunnen lopen. We stijgen gestaag over het ijs en het landschap is natuurlijk weer prachtig. Besneeuwde hellingen komen dichterbij. Dit valt bij ons wel in de smaak - het lijkt een beetje op de hellingen in Nepal. Eigenlijk sneller dan gedacht komen we aan in het kamp. Nou ja, kamp. Het is gewoon een plek op de berghelling en er moet flink gevlakt worden. Om vannacht tijd te besparen stelt Derk voor om gezaemenlijk in de eettent te slapen. Dat willen we wel en wij hoeven dus geen tent op te zetten. Een aantal anderen kiezen ervoor om wel in de eigen tent te slapen. Het is stralend weer en we doen eigenlijk de rest van de dag niets anders dan een beetje chillen en tegen de bergwand hangen. Met uitzicht op de Gondogoro La. Die ziet eruit als een reusachtige glijbaan die je in tegengestelde richting op moet klimmen. Ziet eruit alsof hij prima te doen is. We zitten nu op 5060 meter, dus vannacht een stukkie omhoog. Gaat zeker lukken!

1 augustus: Gondogora la la la

Om half 2 gaat de wekker. Super lekker geslapen. Dat we met zijn vijven in de tent lagen maakte niet uit. Opstaan, ontbijten, gordels om en pickels bij de hand en hup - de nacht in. Het is een prachtige nacht en niet eens zo koud. Heel slim om vanaf dit kamp te vertrekken, want dat betekent dat je maar een klein stuk over de stenen moet lopen. Deze zijn bedekt met ijskristallen en hier en daar erg glad. We hoeven niet eens aan touw op de gletsjer omdat er nagenoeg geen sneeuw ligt. Onvoorstelbaar hoe de gidsen hier de weg weten. Onderaan de steile helling van de pas binden we de stijgijzers om. De touwen zijn perfect aangelegd en we hoeven ook niet te prusiken. We klimmen gestaag omhoog en het is ronduit genieten. Prachtig uitzicht - stap stap - even genieten -stap stap - even rusten -stap stap en hop op de top! De zon komt op en vanaf 5700m hebben we een prachtig uitzicht. Het waait er wel erg hard en we willen eigenlijk snel naar beneden. Dat moet ook, omdat er behoorlijk wat gevaar voor steenslag is. Wanneer de zon op de berghelling begint te schijnen, smelt het ijs dat de stenen bij elkaar houdt. Bij het afdalen wordt tegen ons gezegd dat we als laatste moeten. Ik krijg een deja vu van Nepal: daar liep ik toen frostnip aan mijn tenen op omdat we zo ontzettend lang moesten wachten. Rick en ik staan te bibberen en te wachten totdat wij kunnen. Het is een heel steile afdaling en er hang zo'n 400 meter touw. Het touw is van slechte kwaliteit en af en toe moet je je prusik weer losmaken omdat je een bonk ijs tegenkomt. We staan maar te wachten en vragen ons af wat mensen in godsnaam aan het doen zijn (vingerhaken?). Ondertussen beginnen er al wat stenen los te rakenn. We horen hoe iemand 'rocks!!!' roept en zien al wat naar beneden komen. Een grote steen blijkt een medereiziger op een meter te hebben gemist... Eindelijk kunnen wij en we moeten even een goede werkmodus vinden. Rick gaat eerst - dat vind ik handig want dan kan hij wat aanwijzingen schreeuwen. Maar wanneer hij aan het touw beweegt, val ik om vanwege de kracht van het touw. Dat werkt dus niet. Dus gaan we volgtijdelijk: eerst Rick een stuk naar beneden en dan ik. Dat werkt veel beter dan gelijktijdig bewegen. Ik vind het niet echt geweldig: door de ijzige ondergrond glijd ik vaak weg en dan ben ik echt bang om dood te vallen. dat gebeurt natuurlijk niet want die prusik houdt je echt wel. Dan hebben we de slag te pakken en gaat het lekker snel. Alleen nog niet snel genoeg volgens Ashan. Die roept op een gegeven moment dat we een geul maar zonder te zekeren over moeten steken en gewoon het touw moeten vast houden. De stenen beginnen nu echt te rollen. Wanneer we het gevaarlijkste deel gehad hebben, moeten we nog zo'n 600 meter dalen maar dat is minder steil. We zigzaggen over de berghelling naar beneden over zand en stenen. In de verte zien we een groen plekje en er wordt gezegd dat dat de kampplek is. Oeps, nog ff te gaan. We zien Laila Peak en de overgang naar een ander landschap is fenomenaal. We komen uit in een soort Alpien landschap met rotsplantjes en grassen. En...we komen uit op een echte kampplek! En wat hebben ze daar? Een kampwinkel. MET COLA! En die smaakt geweldig. Schoenen uit, teentjes in het zand en lekker beetje wassen in een stroompje. Het lijkt wel vakantie. Wat een dag. Zo loop je in de nacht in sneeuw en ijs en zo loop je met je blote voeten in het zand. Ongelooflijk.

2 augustus: Uitsmijter


's Nachts zegt Rick dat hij eruit moet om over te geven en naar de wc moet. Aarch dat belooft weinig goeds. Nauwelijks geslapen meldt Rick zich in de ochtend ziek. Pech gehad: er moet gelopen worden. Ook Rick heeft nu het probleem van zero calories en is zo slap als een vaatdoek. De vaart zit er niet in en hij stoot tegen elke steen. Niet handig als je op de gletsjer loopt en ook gevaarlijk want er zijn best wat spleten. Hij ziet het niet meer zitten en vraagt of er geen paard geregeld kan worden. Die hebben we op de kampplek gezien. Mojeeb loopt in een noodgang terug en bericht even later dat deze paarden te jong zijn. Maar er is een paardenman die naar een volgende plaats kan lopen en ons dan tegemoet gaat lopen met een paard. Naar verwachting is dat ergens bij de lunchplek (over een uur of 3). Het terrein is nu ook vrijwel ontoegankelijk voor een paard. We lopen over ijs en dat is niet te doen voor een paard. Rick moet zich bij elkaar rapen en doorgaan. In mijn gedachten zie ik een zielig muildier voor me waarbij Rick met zijn benen over de grond sleept. Hopelijk regelen ze een gezond dier want ik vind het heel zielig als hij Rick nauwelijks kan dragen....Het is een maf landschap. We lopen op een gletsjer en zien een enorme gletsjer recht voor ons van de berg komen. Rechts zien we Masherbrum (eerder K1 genoemd; K2 heeft nooit een fatsoenlijke naam gekregen) en links een alpenweide. Je leest het goed: alpenweide. Tenminste, daar lijkt het op. Na een uur of 2 over de gletsjer lopen we aan de voet van de berghelling over kleinde paadjes met gras en bloemen. Uiteindelijk komen we zelfs kuddes dzo's tegen. Dat zijn koeien die een beetje een yak-achtig uiterlijk hebben. De eerste tekenen van de bewoonde wereld....Er wordt gezegd dat we voor de lunchplek nog een klimmetje moeten doen. Ok het is niet anders. Rick heeft er de balen van want die 3 uur naar de lunchplaats zijn natuurlijk allang voorbij. En klimmen op zero calories is niet echt fijn. Ook geen nachtrust gehad-dus dubbel klote. Het klimmetje blijkt een behoorlijk gevaarlijk pad te zijn dat afwisselend super steil omhoog en omlaag gaat. Je moet je voorstellen dat het een anderig spoor is van 2 voeten breed met rechts gletsjerspleten en links een steile bergwand met enge stenen. Er komt wel eens wat naar beneden zo te zien, dus je moet hier toch wel maken dat je wegkomt. We grappen over kwaadaardige pika's (een soort knaagdieren ter grootte van een cavia) die de stenen doen wankelen en a la Roadrunner naar beneden gooien. Toch is het menes: hier moet je echt doorlopen. Rick kan zich voldoende focussen (je moet echt alert blijven) en uiteindelijk komen we bij de lunchplek. Helaas voor Rick: geen paard. Hij en Mojeeb zullen wachten tot dat beest arriveert. Je wilt toch waar voor je geld (50 euro - die vent kan direct met pensioen).


Na de lunch - uiteraard - noedelsoep, tuc met tonijn, makreel en sporty cow (het Pakistaanse antwoord op Vache qui rit), wacht ons een aangenaam intermezzo. Een bulderende rivier, zonder brug, maar met paard (alleen wel aan de overkant). De brug was weggeslagen. Dus: Ashan en Kareem in het water en wij met een paar reuzensprongen naar de overkant. Gelukkig gaat alles goed want dit is een recept voor gekneusde enkels en gebroken benen. Rick springt op het paard en galloppeert weg. Niet dus, maar het paard stapt goed door; wij houden het stel niet bij. Het ziet ernaar uit dat het toch een behoorlijk wandeldagje wordt. Het is echt de uitsmijter van de dag. We lopen van 8 tot 5 uur. Je ziet het landschap sterk veranderen. We komen weer onder de boomgrens en kamperen in Schaicho op 3330m. Rick stort in zijn bed en wij gaan even kijken bij de porter party. De porters zingen en dansen samen met nog een stel porters van een Sloveense expeditie die K6 gaat beklimmen. Ik dans ook maar even met Kareem en hoop dat daar geen foto's van zijn. Ik ga laat naar bed (kwart voor 10). Rick voelt zich al wat beter: de volgende morgen is alles weer ok.