20 juli: Spectaculaire jeeptocht


Wauwie! We rijden in jeeps een fantastische rit naar Askole - het begin van de trek. Het terrein is lekker ruw en we moeten over slechte wegen en door rivierbeddingen waar het water lekker onder de jeeps doorstroomt. Het weer is spookachtig met laaghangende bewolking. Maar wel errug fotogeniek! Er zijn een aantal landslides en eentje is zo groot dat we uit de jeep moeten en moeten lopen. Het regent behoorlijk en we moeten bovenlangs de bergwand op om zo over de landslide heen te gaan. Aan de andere kant van de landslide wachten andere jeeps ons weer op. In Askole staan de dragers klaar en ontdek ik nog 3 andere trekkers. Mijn gezondheid wordt wat beter. de vochtige lucht doet ook zijn werk denk ik. Als het morgen maar beter weer is want ik word nou al chagrijning van dit weer.

21 juli: Dixies

We worden om 5.40 gewekt en beginnen aan de trekking. Het weer is prima, ongeveer 20 graden. Af en toe valt er een spat regen, maar niet noemenswaardig. Het is een prachtige loopdag langs de kolkende rivier. Je hoort onder het water de rotsblokken verschuiven door de krachtige stroom. We zien prachtige wolkenluchten en Zanskar achtige landschappen. Dit smaakt naar meer! Na een uur of 8 lopen zien we aan de overkant van de rivier de kampplek liggen. Helaas is het een uur lopen, omdat de brug een stuk verderop is. En oversteken moet je maar niet doen met deze rivier. Reisgenoot Carla glijdt op het pad uit en verstuikt haar enkel. Het is de vraag of zij verder kan, omdat het terrein niet echt enkel-vriendelijk is en de pas natuurlijk ook nog op het menu staat. We koelen haar enkel en tapen hem, zodat er wat steun ontstaat. Het kamp is bizar. Er staan tientallen plastic dixies, of eco-toiletten. Deels voor de dragers, deels voor de trekkers. Sommige zijn gewoon cabines, waarin je met een emmer je even kunt wassen zonder voor iedereen te kijk te staan. Zo houden ze het afval op 1 plek. Ziet er niet uit, maar is wel een goed idee. Dubbelklik op de foto dan kun je het goed zien. Hemelsbreed hebben we vandaag 14 km gelopen, aldus de GSM van Rick. Mijn hoesten is wat minder maar snot heb ik nog steeds.

22 juli: Zonnesteek

Vandaag zal het een lange dag worden van een uur of 9. We volgen de Biaho rivier over rotsachtige en zanderige paden. Nou ja paden...We genieten van prachtige vergezchten die erg op Zanskar (Ladakh) lijken. We zienb in de verte ook al pieken a la Trango Towers. Super. Bij aankomst hebben we wel moeie voetjes. Na aankomst krijgt Rick hoofdpijn en ligt voor lijk in zijn bed. Het is te laag voor hoogeziekte (3450m) en ik denk dat hij een zonnesteek heeft. Hij heeft wel eens eerder dit aan de hand gehad en dan is het recept: laten liggen, geen eten geven, laten slapen en morgen gezond weer op. Ik ga tussentijds wel even bij hem kijken. Hij ligt dan zo eng knock out, dat ik hem wel even wakker por om te kijken of hij er nog wel bij is.

23 juli: Rustdag

Rick is weer bij de levenden. Nixen en wasjes doen.

24 juli: Puinbak

Lekker geslapen! Het weer ziet er goed uit en om 7.15 uur stappen we. Het pad loopt al snel richting gletsjer. We hebben nog nooit zo'n puinbak gezien. Echt niet normaal. Wat een rotsformaties! Zandduinen, ijs, puin, rotsen...hoe verzin je het. Het pad is niet moeilijk en stijgt geleidelijk. Wel is het snoeiheet, zo'n 22-25 graden. Wat een bizar landschap. We lopen in verwondering rond. De kampplek is stoer. Fabtastisch tussen al het puin gelegen. Ik kan wel om mij heen blijven kijken. De bergen met puntjes zien eruit als taarten met toefjes. Het is niet te beschrijven. Ik heb een hoofdpijntje. We zijn toch wat hoger (3800m) en het felle licht gedurende de hele dag hakt er toch in. Mijn snot en vreselijke gehoest zijn nog steeds niet over en ik denk dat dat ook niet meer zal gebeuren vanwege de hoogte. Kijken wat er gebeurt als we nog hoger komen - dan stop ik er een 2de antibiotica kuur in. Zus Mirjam is jarig hoera hoera. SMS sturen zit er echter niet in!

25 juli: Over militairen en glasbakken

Vandaag hoeven we maar een paar uurtjes te lopen. Over de gletsjer lopen we in ca. 3,5 uur naar Urdokas. Opvallend zijn de vele zijgletsjers die op de Baltoro gletsjer uitkomen. Links en rechts komen er meerdere omlaag. Ongelooflijk wat een landschap. Het goede weer maakt blij en we kunnen in t-shirt lopen. In de verte kunnen we het kamp goed zien. Het ligt tegen de bergwand geplakt. Het venijn zit in de staart: op het allerlaatste moment moeten we steil omhoog klimmen naar onze 'terrascamping'. Zo ziet het er ook echt uit: er zijn verschillende plateaus gecreeerd tegen de bergwand. Onderaan de bergwand zit een soort mini-militaire basis. Ik denk dat je echt iets heel fouts moet hebben gedaan als je hier gelegerd bent. Er staan 2 witte kunststof 'bollen' die het meeste weghebben van die bolvormige glasbakken die je vroeger had. Daar huizen dus militairen in. Nou zien die er allerminst uit als militairen. Ze zitten in een soort verfrommelde groene trainingspakken te niksen. Er loopt notabene nog een telefoonkabel naar ze toe, dus kennelijk kunnen ze contact leggen met de buitenwereld. De bevoorrading zal per helicopter gebeuren. Om de 'glasbakken' ligt een enorme hoop met lege jerrycans. Ongetwijfeld ooit gevuld met kerosine. Poor things. Er zijn geen andere groepen. Cool idee dat alle expedities die verderop gaan klimmen hier dus ook kamperen. Ben benieuwd of de NL expeditie ook goed weer heeft en al aan een toppoging is begonnen. Als we aankomen besluiten we een paar dingetjes uit te wassen, maar dat levert weinig op. Het begint hartstikke te waaien en er ontstaan dan een soort zandstormpjes die lekker al je was verpesten. Nou ja, het gaat om het idee. We zitten op ca 4050m en ik heb last van hoofdpijn. Moet meer drinken. En na 2 paracetamollen gaat het beter. Vanavond gaan we oefenen met prusikknoop (gaap). Maar ja, sommigen hebben nog geen idee. Ik ben benieuwd naar de witte wereld. Maar de bruine is hier wel de mooiste op aarde. Het landschap leeft letterlijk. Je hoort constant stenen schuiven, grond kraken, lawines vallen en steenslag.

26 juli: Naar Goro II

Vandaag lopen we kilometers over de gletjser. Natuurlijk over stenen, stenen en nog eens stenen. Niet geschikt voor zwakke enkeltjes. Goed besluit van Carla om te stoppen denk ik. Het pad is nauwelijks zichtbaar: je moet goed op de steenmannetjes letten. Helaas is het weer niet super. Niet al te koud, maar bewolkt. Metershoge ijstorens rijzen naast ons op. Het is een surrealistisch landschap. Bij aankomst op de kampplek (het is dat ze er stoppen, want van een markering is echt geen sprake) heb ik een hoofdpijntje. Paracetamol erin. Dat hielp gisteren ook. De kampplek ligt dus midden op de gletjser. We liggen redelijk vlak op onze slaapmatten, maar de voortent paste niet meer op dat vlakke stukje. Daar loopt het dus direct af naar beneden. Na ja. Als we maar lekker slapen! Maar dat doen we wel. Net als plassen. Om de 15 minuten moet ik. Dat is altijd zo: als we de 4000 m grens passeren, pis ik me een ongeluk. We beginnen met Diamox en die doet er nog een schepje bovenop. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest met mijn plasfles ('uribag'). Nooit meer in de voortent moeten kruipen met condens dat van het tentdoek zo vanaf je rug tussen je billetjes sijpelt. Nooit meer buiten rillen van de kou met je billetjes in de sneeuw. Al mis je zo wel de meest prachtige sterrenhemels....