29 juli: Afzien met een grote A
30 juli: Nixen
31 juli: IJzig
Het is weer prachtig weer.
De zonsopkomst is geweldig. Nog even Baltoro Kangri op de foto zetten. Derk heeft het snode plan opgevat om die eens te gaan beklimmen. Dat lijkt ons wel wat en de plannenmakerij is al begonnen....Na een paar dagen Concordia gaan we nu weer verder. Concordia verveelt nooit, maar we zijn wel nieuwsgierig naar wat er aan de andere kant van de bergen te zien is. Na de oversteek van een sneeuwbrig (niet naar beneden kijken en niet vallen want dan lig je in de rivier) lopen we gestaag de gletsjer op richting Munhir Camp. Ashan wil verder lopen dan het geijkte kamp, want dat betekent dat we morgen niet nog in het donker een heel stuk over stenen hoeven te lopen. Eindelijk lopen we een stuk over ijs in plaats van rotsen. We zien al 2 weken niets anders dan rotsen en het is ook wel eens prettig om 'normaal' te kunnen lopen.
We stijgen gestaag over het ijs en het landschap is natuurlijk weer prachtig. Besneeuwde hellingen komen dichterbij. Dit valt bij ons wel in de smaak - het lijkt een beetje op de hellingen in Nepal. Eigenlijk sneller dan gedacht komen we aan in het kamp. Nou ja, kamp. Het is gewoon een plek op de berghelling en er moet flink gevlakt worden. Om vannacht tijd te besparen stelt Derk voor om gezaemenlijk in de eettent te slapen. Dat willen we wel en wij hoeven dus geen tent op te zetten. Een aantal anderen kiezen ervoor om wel in de eigen tent te slapen.
Het is stralend weer en we doen eigenlijk de rest van de dag niets anders dan een beetje chillen en tegen de bergwand hangen. Met uitzicht op de Gondogoro La. Die ziet eruit als een reusachtige glijbaan die je in tegengestelde richting op moet klimmen.
Ziet eruit alsof hij prima te doen is. We zitten nu op 5060 meter, dus vannacht een stukkie omhoog. Gaat zeker lukken!
1 augustus: Gondogora la la la
Om half 2 gaat de wekker. Super lekker geslapen. Dat we met zijn vijven in de tent lagen maakte 
niet uit. Opstaan, ontbijten, gordels om en pickels bij de hand en hup - de nacht in. Het is een prachtige nacht en niet eens zo koud. Heel slim om vanaf dit kamp te vertrekken, want dat betekent dat je maar een klein stuk over de stenen moet lopen. Deze zijn bedekt met ijskristallen en hier en daar erg glad. We hoeven niet eens aan touw op de gletsjer omdat er nagenoeg geen sneeuw ligt. Onvoorstelbaar hoe de gidsen hier de weg weten.
Onderaan de steile helling van de pas binden we de stijgijzers om. De touwen zijn perfect aangelegd en we hoeven ook niet te prusiken. We klimmen gestaag omhoog en het is ronduit genieten.
Prachtig uitzicht - stap stap - even genieten -stap stap - even rusten -stap stap en hop op de top! De zon komt op en vanaf 5700m hebben we een prachtig uitzicht. Het waait er wel erg hard en we willen eigenlijk snel naar beneden. Dat moet ook, omdat er behoorlijk wat gevaar voor steenslag
is. Wanneer de zon op de berghelling begint te schijnen, smelt het ijs dat de stenen bij elkaar houdt. Bij het afdalen wordt tegen ons gezegd dat we als laatste moeten. Ik krijg een deja vu van
Nepal: daar liep ik toen frostnip aan mijn tenen op omdat we zo ontzettend lang moesten wachten. Rick en ik staan te bibberen en te wachten totdat wij kunnen. Het is een heel steile afdaling en er hang zo'n 400 meter touw. Het touw is van slechte kwaliteit en af en toe moet je je prusik weer losmaken omdat je een bonk ijs tegenkomt. We staan maar te wachten en vragen ons af wat mensen in godsnaam aan het doen zijn (vingerhaken?). Ondertussen beginnen er al wat stenen los te rakenn. We horen hoe iemand 'rocks!!!' roept en zien al wat naar beneden komen.
Een grote steen blijkt een medereiziger op een meter te hebben gemist... Eindelijk kunnen wij en we moeten even een goede werkmodus vinden. Rick gaat eerst - dat vind ik handig want dan kan hij wat aanwijzingen schreeuwen. Maar wanneer hij aan het touw beweegt, val ik om vanwege de kracht van het touw. Dat werkt dus niet. Dus gaan we volgtijdelijk: eerst Rick een stuk naar beneden en dan ik. Dat werkt veel beter dan gelijktijdig bewegen. Ik vind het niet echt geweldig: door de ijzige ondergrond glijd ik vaak weg en dan ben ik echt bang om dood te vallen. dat gebeurt natuurlijk niet want die prusik houdt je echt wel. Dan hebben we de slag te pakken en gaat het lekker snel. Alleen nog niet snel genoeg volgens Ashan. Die roept op een gegeven moment dat we een geul maar zonder te zekeren over moeten steken en gewoon het touw moeten vast houden.
De stenen beginnen nu echt te rollen. Wanneer we het gevaarlijkste deel gehad hebben, moeten we nog zo'n 600 meter dalen maar dat is minder steil. We zigzaggen over de berghelling naar beneden over zand en stenen. In de verte zien we een groen plekje en er wordt gezegd dat dat de kampplek is. Oeps, nog ff te gaan. We zien Laila Peak en de overgang naar een ander landschap is fenomenaal. We komen uit in een soort Alpien landschap met rotsplantjes en grassen. En...we komen uit op een echte kampplek! En wat hebben ze daar? Een kampwinkel. MET COLA! En die smaakt geweldig.
Schoenen uit, teentjes in het zand en lekker beetje wassen in een stroompje. Het lijkt wel vakantie. Wat een dag. Zo loop je in de nacht in sneeuw en ijs en zo loop je met je blote voeten in het zand. Ongelooflijk.
Abonneren op:
Posts (Atom)