29 juli: Afzien met een grote A

Als we opstaan voel ik me niet superlekker. Ik heb bijna geen trek, krijg er met moeite een broodje in en mijn darmen rommelen wat. Ik besteed er geen aandacht aan, want vandaag gaan we doen waar ik al heel lang naar heb uitgekeken. We gaan op visite bij de Nederlanders in het K2 basecamp. De Norit K2 expeditie huist daar al een maand of twee o.l.v. Wilco van Rooijen. In Karimabad heeft Derk contact gehad met ze en gevraagd of ze iets nodig hebben. Wij zouden tenslotte in de buurt zijn. Vanwege het slechte weer hebben ze tot nu toe geen succes geboekt en de verveling is toegeslagen. De vraag was dan ook: graag lekkere dingen meenemen en leesvoer. Dus vertrekken we vanaf Broad Peak base camp naar K2 basecamp om vervolgens weer terug te keren naar Concordia, met een berg chocola en afgestane boeken. Twee medereizigers voelen zich in de morgen al niet goed en besluiten niet mee te gaan en direct terug te keren naar Concordia. Ik besteed er geen aandacht aan en ga gewoon van start met de rest. Al lopend zit de vaart er niet echt in bij mij. Rick zegt dat ik zwalk en ik struikel steeds over de rotsen. Ik moet zelfs mijn rugzak aan Rick geven en mensen die mij kennen weten dat ik dat niet zo gemakkelijk doe. Ik voel mij echt een watje. Maar ik blijk echt vet last van mijn darmen te hebben en ik laat dus behoorlijk wat sporen achter op weg naar de Nederlandse klimmers. Na 3 uur lopen, aangekomen aan de voet van K2, zien we meerdere expedities staan. Koreanen, Italianen, Iraniers en natuurlijk de Hollanders. Aangezien het heel mooi weer is, is het maar de vraag of we een klimmer aantreffen in het basiskamp. De kans is heel groot dat ze allang op de berg zitten. Inderdaad is er geen klimmer te bekennen. De kok zegt dat er een klimmer is, maar dat hij even buiten het kamp een klimmetje doet en straks terug zal komen. Niet veel later ontmoeten we Roeland die opeens oog in oog staat met een pluk Nederlanders. Deze afwisseling vindt hij wel lollig en hij kan de meegebrachte cadeaus zeer waarderen. Het is leuk om eens in zo'n basiskamp te kijken. We komen tot de conclusie dat ze er niet veel luxer bijzitten dan wij. Het eten is iets Nederlandser, maar ik kan me dat heel goed voorstellen als je er zo lang zit. Ook hebben ze een prachtige waterzuiveringsinstallatie van Norit staan. De tent hangt vol met foto's van de te klimmen route en Roeland geeft hier tekst en uitleg bij. (Ook over de bottleneck die - zo blijkt later - zijn naam eer aan doet). De thee wordt gezet en de soep wordt gekookt. Ik begin me steeds beroerder te voelen en val zowat in slaap. Bij de gedachte aan de terugtocht word ik nog beroerder. Wanneer we weer om een uur of half 1 vertrekken, ben ik misselijk. Een slokje water met Tang is dan teveel en ik moet direct overgeven. AAARCH! En we moeten nog wel een stukkie. Ook Derk begint te spoken en staat op een gegeven moment ook te kotsen. Gezellig! Het lijkt erop dat er toch iets geks in het eten heeft gezeten. Het is het begin van een helletocht die op nr. 2 in mijn "afzie top 5" komt. (Nummer 1 staat nog steeds het afzien tijdens de Zanskar reis, zie het reisverslag op een andere blog). Stukje lopen - uithijgen - stukje lopen - kotsen -stukje lopen - slokje drinken - wat een hel. Er lijkt geen einde te komen aan de puinhoop die Austin Godwin gletsjer heet. Maar ja je hebt geen keus en je moet door, al wil je het liefst gaan zitten en niet meer opstaan. Dus: doorlopen! Eindelijk na 6 uur lopen op 'zero calories' komen we weer aan op Concordia. En het maffe is: ik heb enorme dorst en heb onwijs veel trek in cola. De duurste ooit: Rick tikt 8 euro af. Maar hij heeft dan ook een lange reis gemaakt. De cola blijft erin, ik voel me al wat beter en ik stort me in mijn slaapzak. ZZZZZZ.

30 juli: Nixen

Het is rustdag. Wat we dan doen? Nix natuurlijk. In je lange onderbroek rondrennen, boekje erbij, verbranden op je schenen (ik heb nu nog de afscheiding op mijn benen staan) en bergbeklimmers volgen met de verrekijker. En voor de rest: om je heen kijken en het landschap absorberen, dat gedomineerd wordt door K2. Dit is het echte leven. Je moet er wat voor over hebben, maar dan heb je ook wat. Alle ellende van gisteren is totaal vergeten.

31 juli: IJzig

Het is weer prachtig weer. De zonsopkomst is geweldig. Nog even Baltoro Kangri op de foto zetten. Derk heeft het snode plan opgevat om die eens te gaan beklimmen. Dat lijkt ons wel wat en de plannenmakerij is al begonnen....Na een paar dagen Concordia gaan we nu weer verder. Concordia verveelt nooit, maar we zijn wel nieuwsgierig naar wat er aan de andere kant van de bergen te zien is. Na de oversteek van een sneeuwbrig (niet naar beneden kijken en niet vallen want dan lig je in de rivier) lopen we gestaag de gletsjer op richting Munhir Camp. Ashan wil verder lopen dan het geijkte kamp, want dat betekent dat we morgen niet nog in het donker een heel stuk over stenen hoeven te lopen. Eindelijk lopen we een stuk over ijs in plaats van rotsen. We zien al 2 weken niets anders dan rotsen en het is ook wel eens prettig om 'normaal' te kunnen lopen. We stijgen gestaag over het ijs en het landschap is natuurlijk weer prachtig. Besneeuwde hellingen komen dichterbij. Dit valt bij ons wel in de smaak - het lijkt een beetje op de hellingen in Nepal. Eigenlijk sneller dan gedacht komen we aan in het kamp. Nou ja, kamp. Het is gewoon een plek op de berghelling en er moet flink gevlakt worden. Om vannacht tijd te besparen stelt Derk voor om gezaemenlijk in de eettent te slapen. Dat willen we wel en wij hoeven dus geen tent op te zetten. Een aantal anderen kiezen ervoor om wel in de eigen tent te slapen. Het is stralend weer en we doen eigenlijk de rest van de dag niets anders dan een beetje chillen en tegen de bergwand hangen. Met uitzicht op de Gondogoro La. Die ziet eruit als een reusachtige glijbaan die je in tegengestelde richting op moet klimmen. Ziet eruit alsof hij prima te doen is. We zitten nu op 5060 meter, dus vannacht een stukkie omhoog. Gaat zeker lukken!

1 augustus: Gondogora la la la

Om half 2 gaat de wekker. Super lekker geslapen. Dat we met zijn vijven in de tent lagen maakte niet uit. Opstaan, ontbijten, gordels om en pickels bij de hand en hup - de nacht in. Het is een prachtige nacht en niet eens zo koud. Heel slim om vanaf dit kamp te vertrekken, want dat betekent dat je maar een klein stuk over de stenen moet lopen. Deze zijn bedekt met ijskristallen en hier en daar erg glad. We hoeven niet eens aan touw op de gletsjer omdat er nagenoeg geen sneeuw ligt. Onvoorstelbaar hoe de gidsen hier de weg weten. Onderaan de steile helling van de pas binden we de stijgijzers om. De touwen zijn perfect aangelegd en we hoeven ook niet te prusiken. We klimmen gestaag omhoog en het is ronduit genieten. Prachtig uitzicht - stap stap - even genieten -stap stap - even rusten -stap stap en hop op de top! De zon komt op en vanaf 5700m hebben we een prachtig uitzicht. Het waait er wel erg hard en we willen eigenlijk snel naar beneden. Dat moet ook, omdat er behoorlijk wat gevaar voor steenslag is. Wanneer de zon op de berghelling begint te schijnen, smelt het ijs dat de stenen bij elkaar houdt. Bij het afdalen wordt tegen ons gezegd dat we als laatste moeten. Ik krijg een deja vu van Nepal: daar liep ik toen frostnip aan mijn tenen op omdat we zo ontzettend lang moesten wachten. Rick en ik staan te bibberen en te wachten totdat wij kunnen. Het is een heel steile afdaling en er hang zo'n 400 meter touw. Het touw is van slechte kwaliteit en af en toe moet je je prusik weer losmaken omdat je een bonk ijs tegenkomt. We staan maar te wachten en vragen ons af wat mensen in godsnaam aan het doen zijn (vingerhaken?). Ondertussen beginnen er al wat stenen los te rakenn. We horen hoe iemand 'rocks!!!' roept en zien al wat naar beneden komen. Een grote steen blijkt een medereiziger op een meter te hebben gemist... Eindelijk kunnen wij en we moeten even een goede werkmodus vinden. Rick gaat eerst - dat vind ik handig want dan kan hij wat aanwijzingen schreeuwen. Maar wanneer hij aan het touw beweegt, val ik om vanwege de kracht van het touw. Dat werkt dus niet. Dus gaan we volgtijdelijk: eerst Rick een stuk naar beneden en dan ik. Dat werkt veel beter dan gelijktijdig bewegen. Ik vind het niet echt geweldig: door de ijzige ondergrond glijd ik vaak weg en dan ben ik echt bang om dood te vallen. dat gebeurt natuurlijk niet want die prusik houdt je echt wel. Dan hebben we de slag te pakken en gaat het lekker snel. Alleen nog niet snel genoeg volgens Ashan. Die roept op een gegeven moment dat we een geul maar zonder te zekeren over moeten steken en gewoon het touw moeten vast houden. De stenen beginnen nu echt te rollen. Wanneer we het gevaarlijkste deel gehad hebben, moeten we nog zo'n 600 meter dalen maar dat is minder steil. We zigzaggen over de berghelling naar beneden over zand en stenen. In de verte zien we een groen plekje en er wordt gezegd dat dat de kampplek is. Oeps, nog ff te gaan. We zien Laila Peak en de overgang naar een ander landschap is fenomenaal. We komen uit in een soort Alpien landschap met rotsplantjes en grassen. En...we komen uit op een echte kampplek! En wat hebben ze daar? Een kampwinkel. MET COLA! En die smaakt geweldig. Schoenen uit, teentjes in het zand en lekker beetje wassen in een stroompje. Het lijkt wel vakantie. Wat een dag. Zo loop je in de nacht in sneeuw en ijs en zo loop je met je blote voeten in het zand. Ongelooflijk.